
Een van de dingen die veel hoogbegaafde kinderen gemeenschappelijk hebben, is dat ze begaafd zijn in onafhankelijk denken. Op school wordt vaak van kinderen verwacht dat ze specifieke dingen leren en doen op een bepaalde manier en op bepaalde tijden. Oftewel dat ze volgen wat ze wordt voorgeschreven. Als je van nature een onafhankelijke denker bent, is het moeilijk om je in zo’n systeem te begeven. Een systeem dat van je vraagt om dat talent juist niet te gebruiken.
Ik heb het zelf ook ervaren. Bijvoorbeeld wanneer ik een spreekbeurt moest doen. Op mijn school werd van de kinderen verwacht dat ze dat op een bepaalde manier deden en dat is nu op de meeste scholen nog precies hetzelfde.
Maar achteraf, als volwassene, vind ik dit erg onlogisch. Want een spreekbeurt gaat om het overbrengen van informatie en niet om de manier waarop. Als je iemand vraagt om een appeltaart te bakken, wil je graag een lekkere appeltaart en maakt het dus niet uit hoe die is gemaakt. Dus als mijn kind nu een spreekbeurt moet houden op school hij en dat vervelend vindt, ga ik met hem kijken op welke manier hij het wél leuk vindt. Bijvoorbeeld een toneelstukje, een gedicht, of met interviews die hij opneemt op video. Een manier die bij hem past.
Een van de manieren om het onderwijs passender te maken voor hoogbegaafde kinderen, is om als docent regelmatig het onafhankelijk denkvermogen van een hoogbegaafd kind aan te spreken. Dus door waar dat kan het kind te laten kiezen in wat ‘ie wil doen, wanneer en hoe. En door het kind regelmatig te vragen: “Wat vind jij?”en “Wat wil jij graag? (en doorvragen indien je een kort antwoord krijgt, want je bent immers echt geïnteresseerd) en samen te kijken hoe je de antwoorden kan implementeren.
Door het onafhankelijk denken aan te spreken, kan het hb kind meer zichzelf zijn. Hiermee voed je het zelfstandige vermogen van het kind én het zelfvertrouwen. Bovendien voelt het kind zich meer gezien en gewaardeerd.