
De meeste hoogbegaafde mensen hebben een hogere emotionele intensiteit dan hun leeftijdsgenoten. Die intensiteit wordt vaak niet goed begrepen door de omgeving en gezien als iets negatiefs, terwijl het eigenlijk een superkracht is. Maar om het de superkracht te laten zijn die het is, heb je wel de vaardigheden nodig om met je intensiteit om te gaan en om je emoties goed te managen.
De hogere emotionele intensiteit is een onderdeel van hoogbegaafdheid. Als je hoogbegaafd bent, heb je namelijk een hoge cognitieve intensiteit, maar ook een hogere emotionele intensiteit. Het brein van hoogbegaafde mensen zit nou eenmaal anders in elkaar dan dat van mensen die niet hoogbegaafd zijn. Deze emotionele intensiteit kan best wel schommelen, het ene moment kan je bijvoorbeeld veel blijdschap ergens over voelen en het volgende moment intens verdriet over iets anders. Door de hogere emotionele intensiteit en de mogelijke schommelingen daarin, kan je gaan denken dat er iets mis met je is, terwijl het eigenlijk heel normaal is.
Het is heel normaal
Kinderen moeten weten wat het betekent om hoogbegaafd te zijn, anders gaan ze zichzelf labelen als iemand waar iets mis mee is. En als je jezelf ziet als iemand waar iets mis mee is, dan doet je brein daaraan mee. Het slimme brein van een hoogbegaafd kind past zich heel snel en sterk aan de perceptie die het kind over zichzelf heeft. Het talent wordt vervolgens minder of niet meer ingezet en gezien als last in plaats van een superkracht. Dat is wat we nou juist niet willen! Daarom is het belangrijk hoogbegaafde kinderen te laten weten wat het betekent om hoogbegaafd te zijn, dat ze gewoonweg anders in elkaar zitten en er niets mis met ze is.
Hoogbegaafde kinderen op school
Een voorbeeld: Een docent vertelt de klas dat er steeds minder ijsberen zijn op de wereld en dat deze dieren kunnen uitsterven. De meeste kinderen vinden dat erg vervelend, maar gaan daarna door met hun ding. Er is een grote kans dat het hoogbegaafde kind in de klas veel dieper voelt over dat verhaal over de ijsberen, er meer verschillende gevoelens over heeft en er langer mee blijft zitten. Daarbij heeft het kind een hoge cognitieve intensiteit en gaat over de ijsberen nadenken, verbanden leggen, er komen allerlei vragen naar boven, mogelijke manieren om te helpen, of juist een overweldigd gevoel omdat het kind de ijsberen wil helpen maar zich er machteloos in voelt. De omgeving kan dan tegen het kind zeggen dat ‘ie zich er maar overheen moet zetten. Het intense gevoel wordt niet goed begrepen en erkent. Daardoor blijft het kind zitten met het overweldigende gevoel, de angst of boosheid over de ijsberen. En dat kan zich uiten op manieren die lijken of er iets mis is met het kind, terwijl het kind eigenlijk alleen passende support en de juiste coping skills nodig heeft. Als het kind de juiste coping skills heeft, kan zij of hij juist met grote passie en motivatie geweldige dingen voor elkaar krijgen of maken. Juist door die emotionele intensiteit.
Meer algemeen: het schoolgaande hoogbegaafde kind kan vinden dat hij of zij alles altijd en/of meteen helemaal goed moet doen. Of dat iedereen in de klas zich goed aan de regels moet houden. Een hoogbegaafd kind kan ook erg perfectionistisch zijn. Het kan bijvoorbeeld een rood puntje op het digibord zien en daar enorm op gaan hyperfocussen en daardoor niet meer goed luisteren naar wat de docent op dat moment vertelt. Als de docent niet doorheeft wat er precies speelt bij dat kind, wordt hij of zij niet goed begrepen en geholpen. Als dit regelmatig voorkomt, kan het kind zich gaan afzonderen, dichtklappen, huiverig zijn om iets in de klas te doen, of agressief gedrag vertonen. Dit kan nog heftiger zijn als het kind ook nog een vorm van trauma heeft, of als er andere dingen spelen in z’n leven.
Ook kan het zijn dat het kind zich juist voorbeeldig gedraagt op school en vervolgens thuis explodeert. Men kan denken dat het aan de opvoeding ligt, maar dat is het niet. Dit kind heeft zichzelf namelijk een coping skill aangeleerd in de vorm van een masker dat ‘ie opzet om zich op school veilig te voelen. Thuis voelt het kind zich veilig en wordt het masker afgezet, waarna alle frustratie eruit komt. Indien dit tot veel ‘overlast’ leidt, kan het kind onterecht een diagnose krijgen zoals een stemmingstoornis, ODD (oppositionele-opstandige stoornis), sociale angststoornis, of een stoornis ivm woede of depressie.
Dubbel bijzonder
Bij twice exceptional kinderen (kinderen met een combinatie van kenmerken van begaafdheid en kenmerken van leer- en/of gedragsproblemen) is de omgeving vaak zo druk bezig om de leer- of gedragsproblemen te behandelen, dat het hele hoogbegaafde aspect over het hoofd wordt gezien. Terwijl het gaat om een hoogbegaafd mens die een aantal andere zaken heeft die de mogelijkheid belemmeren om zijn/haar gaven in te zetten.
Coping skills
Als je heel jong bent, heb je nog niet alle vaardigheden om al die intense gevoelens te verwerken. Dat kan leiden tot gedrag dat lijkt alsof er iets mis met je is en het kan zelfds leiden tot misdiagnoses.
Het gebeurt nog vaak dat nadat er met een test hoogbegaafdheid is vastgesteld, het kind wel verteld wordt dat ‘ie hoogbegaafd is, maar dat er verder niet echt over gepraat wordt met het kind. Dit terwijl het juist erg belangrijk is om er met het kind te praten over wat het betekent om hoogbegaafd te zijn. Het kind moet weten dat het zich niet kan vergelijken met de meeste anderen, want het kind zit anders in elkaar en benadert de wereld dus anders. Je kan geen appels met peren vergelijken. Het kind moet weten dat zij/hij waarschijnlijk grotere gevoelens heeft over sommige dingen en dat dat oke is.
Hoogbegaafde ouders
Vaak is het zo dat als een kind hb is, een of beide ouders ook hoogbegaafd zijn. Het komt nog regelmatig voor dat ze dat niet weten. Vanwege al die emotionele intensiteit, kan het nogal heftig worden thuis. Daarom is het juist van belang dat de ouders het weten als ze zelf ook hoogbegaafd zijn. Als volwassene heb je namelijk waarschijnlijk meer gereedschappen om met intense emoties om te gaan. Bijvoorbeeld even uit een situatie stappen wanneer dat nodig is. En als de ouders zich ervan bewust zijn dat ze nou eenmaal een hoge emotionele (en cognitieve) intensiteit hebben, kunnen ze er meer over leren, meer passende selfcare inzetten, hun coping skills erop aanpassen en hierdoor over het algemeen makkelijker omgaan met eventuele emotionele situaties in het gezin.
Wat kan je doen als je weet dat een kind hoogbegaafd is?
Eerst zorgen dat aan de behoeftes van het hoogbegaafde kind wordt voldaan. Dat betekent zorgen voor:
– voldoende intellectuele/academische input
– contact met leeftijdsgenoten die ook hoogebegaafd zijn
– een goed support systeem
– zorgen dat het kind zoveel weet mogelijk over zijn/haar hoogbegaafdheid (voor zover mogelijk, afhankelijk van de leeftijd)
Als het kind zich overweldigd voelt door de intensiteit, is het tijd om bezig te gaan met de coping strategieën. Het is namelijk een teken dat het kind bepaalde coping strategieen heeft die niet goed (meer) dienen, nieuwe moet ontwikkelen, of er dieper mee moet gaan. Als dat thuis niet lukt, of er andere zaken zijn die het dagelijks functioneren belemmeren, zoek dan hulp van een professional die echt veel kennis en ervaring heeft met hoogbegaafdheid.
Ik schreef dit artikel geïnpspireerd op deze podcast-aflevering: https://youtu.be/q8ryi7PFtn4